Projects


Project 1:

  • Expliciete citaten in Lukas-Handelingen als representanten van bredere LXX-pretexten
  • Nederlands:
    De doelstelling sluit nauw aan bij de literair historische methoden in zoverre de bedoeling van de auteur als oriëntatiepunt geldt. Het wijkt echter af van het gangbare onderzoek op dit terrein omdat de benadering van de expliciete citaten niet fragmentair is, d.w.z. zich louter en alleen bezig houdt met de in de nieuwe tekst geciteerde woorden of frasen op zich, maar contextueel, d.w.z. de hele context waaruit geciteerd wordt in het onderzoek betrekt.
    Lukas blijkt steeds afhankelijk te zijn van een Griekse tekst die grotendeels overeenstemt met de ons bekende LXX. De manier waarop een citaat in Hand. ter sprake komt is steeds het resultaat van zijn reflectie op de bredere context van die LXX-perikoop waaruit dat citaat genomen is. Ook teksten waarin men oud traditiemateriaal meende te kunnen onderkennen zijn vaak het resultaat van Lukas’ herinterpretatie van zijn Griekse bijbel.

    English:
    The project links up with current methods in biblical research as far as the author of Acts is held to be the instance which determines and directs the meaning of referen¬ces to the Greek translation of the Old Testament (LXX). It dif¬fers, howe¬ver, from pre¬sent-day ap¬proa¬ches in this field since these quotations and allusions are studied not only as they occur in Acts in their isolated form but also in their original LXX con¬texts, and the way these contexts are reflec¬ted in Acts. An explicit or implicit referen¬ce to the LXX is regarded as being repre¬sentative of a broader context. The mea¬ning, attached to this (broader) pre-text by the author of Acts, is deduced from the way in which the reference is inter¬woven with larger literary units in Acts.

    Project 2:

  • Matteüs, Jakobus en de Didachè. Drie verwante joods-christelijke geschriften in hun historische, sociale en religieuze context
  • Nederlands:
    Het Evangelie van Matteüs, de Brief van Jakobus en de Didachè laten literair en inhoudelijk veel overeenkomsten zien. Om die gelijkenis te verklaren heeft men wel eens gedacht dat Jakobus en de Didachè gebruik hebben gemaakt van Matteüs. De meeste bijbeluitleggers willen daar tegenwoordig niet meer aan. In ons onderzoek proberen we het geheim te ontraadselen met behulp van de hypothese dat de verwantschap tussen deze geschriften teruggaat op een gemeenschappelijke traditiestroom die voor een belangrijk deel in de joodse Twee Wegenleer is terug te vinden.

    English:
    In this project Matthew, James and the Didache are perceived as documents originating from a similar Jewish-Christian milieu. Next to the Pauline and Johannine ‘schools’, Matthew, James and the Didache represent a third, important religious milieu within earliest Christianity that is especially characterized through its distinct connections to a particular ethical stream of contemporary Jewish tradition.
    The project aims to continue a research process that began with the investigation of the issue whether two documents, the Didache and Matthew, have been created in the same historical and geographical setting. Now the subject is broadened to include the Letter of James as well. Our research especially focuses on the apparent overlaps between Matthew, James and the Didache. Is it possible to trace the developing interests of the respective communities in the different textual layers of the three documents? What is their meaning within their social and cultural context and historiographical landscape? What is their significance for understanding nascent Christianity?